Can't Get Enough of those Doomsday Songs

David Bowie - The Next DayDavid Bowie - The Next Day (2013)

Bijna tien jaar was David Bowie buiten beeld. Geen optredens, geen nieuw werk, geen interviews, niks. Hij was met pensioen, na zijn hartproblemen in 2004. Ik rekende nergens meer op. En plotseling was daar in januari van dit jaar dus de aankondiging van een nieuw album. Sinds afgelopen vrijdag is het te koop. En heb ik 'm dus. Inmiddels heb ik hem een aantal keren goed beluisterd en heb ik er een mening over.

Ik ben blij dat dit album er is; die blijheid voelde ik al vanaf de aankondiging. En ik word nu ook blij van het beluisteren van wat erop staat. Prima cd!

The Next Day begint met de titelsong, The Next Day. Strakke rocker, opent met een harde klap op de snaredrum, zoals Like a Rollin' Stone. Ritme en sound doet direct denken aan Repetition, van Lodger (1979). Geen toetsen, veel gitaren. Dit zet gelijk de toon, directe en indirecte verwijzingen naar klassieke popsongs, herinneringen aan eigen liedjes, daar staat het album vol mee. Prima opener.

Daarna Dirty Boys, alweer een steengoede song. Opnieuw een hoofdrol voor de drummer (Zachary Alford), die in de jazzy coupletten het tempo naar beneden lijkt te trekken, maar dan in de refreins de boel vlot trekt. Een waanzinnige saxofoonsolo aan het eind.

En dan is het tijd voor The Stars (Are Out Tonight), het eerste hoogtepunt. Een van de twee singles. Elk nadeel heeft een voordeel, en het voordeel van het zo lang hebben moeten wachten is dat Bowie erg veel aandacht heeft kunnen schenken aan zijn composities. En dat komt hier tot zijn recht. Wat een prachtige melodielijnen, wat een fraaie akkoordstructuur, wat een ontzettend goed liedje! Halverwege zit weer zo'n verwijzing naar een klassiek popliedje, ik weet nog niet precies naar welk liedje het is, maar het is er een van de Moody Blues. Dit is een instant Bowie-klassieker.

Daarna Love is Lost, ook weer citerend uit een klassieke song, deze keer uit Led Zeppelin's Kashmir. Het ritme is onmiskenbaar. Niks mis mee.

Vervolgens die andere song de we al kenden omdat het een single was: Where are we now? Een melancholisch stemmende ballad, waarin hij herinneringen ophaalt aan Berlijn, waar hij in de jaren zeventig woonde. Mooi.

Maar hoe mooi dat liedje ook is, ik kan nooit wachten totdat het volgende aan de beurt is: Valentine's Day. Het tweede hoogtepunt, mijn favoriete track van de cd. Citerend uit Waterloo Sunset van de Kinks. Met weer een buitengewoon fraaie melodie, pakkend. Een oorwurm van het zuiverste water: het liedje blijft de hele dag in mijn hoofd hangen.

Dit niveau is niet vol te houden.

If You Can See Me is dan ook niet van dit niveau. Beetje nerveuze jazz-rock, weer veel gitaren. Voor het eerst ook nadrukkelijke keyboards, die we hiervoor niet of nauwelijks hebben gehoord. Zeker niet slecht, maar ook niet top.

En dan zijn we op de helft. I'd Rather be High is een goede popsong, maar niet buitengewoon. Net als Boss of Me en Dancing out in Space, die oké zijn, maar niet top.

Hier zijn we een beetje ingezakt, maar denk niet dat de man zijn kruit al heeft verschoten: er staat je nog wel wat te wachten. How Does the Grass Grow is weer een hele bijzondere song. Met een la-la-la-refrein op de melodie van Apache van de Shadows. Drummer en gitarist laten horen wat ze in huis hebben, en dat is heel wat.

Dan volgt (You Will) Set the World on Fire, dat ondanks een indrukwekkend gitaar-intro mijn minst favoriete track is. Ik hoor te veel de sound van die mislukte albums uit de jaren tachtig, van Tonight en van Never Let me Down. Dit is iets te veel Dancing with the Big Boys, te veel New York's in Love.

De voorlaatste track is weer geweldig. You Feel so Lonely You Could Die is Drive-in Saturday all over again. Bowie zingt een prachtige melodie over een 6/8-ritme, zijn stem met een drama-falsetto, een echt glam-levenslied. Aan het slot drumt Alford het intro/outtro van Five Years.

En dan het sluitstuk. Heat. Bowie is al sinds de jaren zestig fan van Scott Walker, en hier doet-ie de grote Scott Walker-verdwijntruc van eind jaren zeventig begin jaren tachtig ("This is how you dissappear"). Prachtige contrabas!

Dan zijn er nog drie serieuze bonustracks: So She, het instrumentale Plan en het rockende I'll Take You There. Ook prima songs. Producer Tony Visconti vertelde in een interview dat ze 29 songs hadden en daaruit deze 17 hebben gekozen. Er is dus nog wat blijven liggen.

Zeventien songs, op een na allemaal van hoog niveau. En met drie absolute top songs. Dit is een erg goed album.

Reacties

Frans zei…
Dat Moody Bluesliedjes, dat is Cities, de b-kant van de Nights in White Satin-single.

Populaire posts van deze blog

kersen keren

IJmond e.o.

Het wonder van Haarlem