Zoals ik al vaker te pas en te onpas heb verklaard: er zijn slechts drie sporten die ertoe doen. Voetbal, wielrennen en schaatsen. De rest is een beetje spielerei in de marge, leuk voor de liefhebbers van die betreffende spelletjes, maar voor de rest van de wereld oninteressant. In elk geval voor mij oninteressant. Één uitzondering: schaken. De bijzondere status van deze genoemde sporten, hors catégorie, manifesteert zich in mij doordat ik een haarscherpe herinnering koester aan wat in mijn leven het eerste wereldkampioenschap was. voetbal Het toernooi om het wereldkampioenschap voetbal in 1966 staat me nog goed bij. Dat van 1962 in Chili, daar weet ik alleen maar iets van uit de verhalen van mijn vader (over het Braziliaanse middenveld met Garrincha, Vava en Didi) en wat er later nog over geschreven is. Maar het 1966-toernooi staat in mijn geheugen gegrift. De vroege uitschakeling van Brazilië na een 3-1-nederlaag tegen Hongarije, de uitschakeling van Italië tegen Noord-Korea, de vier
Reacties