Gisteren toespraak van de koning. Zo’n toespraak, zo’n King’s Speech, dat gebeurt niet vaak, best wel bijzonder. Ik vond ‘m wel oké. Plussen en minnen. Eerst wat minnen. Om te beginnen, hij is hier niet goed in, hij brengt het niet soepel, tamelijk houterig, verkeerde klemtonen, typische intonaties, het gaat ‘m niet gemakkelijk af. Laten we het er maar op houden dat hij erg onwennig is met de autocue. Maar dat is de presentatie. Belangrijker is natuurlijk de inhoud, de tekst zelf. Daarbij moeten we in ogenschouw nemen dat hij een uitsluitend representatieve rol vervult en dat hij zich niet met de maatregelen mag bemoeien. Hij hield zich prima aan die regel, hij had het over van alles, maar niet over iets concreets. Abstracte woorden als verdriet, hand vasthouden, troost, trots, moeilijke tijden, onzeker, bang, noodzakelijk, ingrijpend. Het komt volgens hem uiteindelijk neer op drie dingen: ons aller alertheid, solidariteit en warmte, en daarmee kunnen we het samen aan. En dat vond ik ...