album review: Scott Walker - The Drift
Zoals beloofd aan het einde van Fury Noir's Scott Walker-week de recensie van zijn laatste album, The Drift.
Scott Walker
Als twintiger een mega-ster als front-man van een zeer populaire boys-band, daarna eruit gestapt om aan een veel interessantere solo-carrière te werken. Nee, we hebben het niet over Robbie Williams. Dertig jaar eerder deed Scott Walker het al. Die boys-band, dat waren de Walker Brothers, met een fan-club die in 1967 in Engeland meer leden telde dan die van de Beatles. Maar Scott wilde meer en koos solo voor een heel ander repertoire. Hij maakte 4 albums: Scott, Scott 2, Scott 3 en (heel verrassend) Scott 4. In het begin veel covers (Bacharach, Tim Hardin) waartussen vooral zijn interpretaties van liedjes van Jacques Brel opvielen. Met een daarvan, Jackie, had hij nog een bescheiden hitje, maar voor de rest toonde het publiek eigenlijk geen interesse. Daar houdt de vergelijking met Robbie Williams dus op. Scott werd door zijn platenmaatschappij wegens gebrek aan omzet aan de kant gezet. Halverwege de jaren zeventig probeerde hij het nog één keer onder de naam Walker Brothers. Drie albums (No Regrets, Lines en Nite Flights) waren het resultaat. De titelsongs van het eerste en het tweede album werden bescheiden single-hits, maar de lage verkoopcijfers van de albums betekende opnieuw einde contract. En daar zat Scott dan. Ambities voldoende, ideeën te over, maar geen middelen om er iets mee te doen. Dat zou de rode draad van zijn hele carrière blijven. Geroemd door critici en collega-artiesten, maar geen publiek. Hij maakt sindsdien ongeveer eens per tien jaar een album: in 1984 Climate of Hunter, in 1995 Tilt en in 2006 The Drift. Stuk voor stuk lovende recensies, nog steeds geroemd door collega's (Radiohead noemt zijn naam in praktisch elk interview), maar verkoopsucces, ho maar. Scott heeft zich wel eens laten ontvallen dat hij zich net als Orson Welles voelt: "iedereen wil met me lunchen, maar niemand wil mijn projecten financieren."
The Drift
The Drift is een bijzonder album. Op het eerste gehoor denk je "wat is dit". En wees gerust, dat blijft ook nog zo na tien keer luisteren. Het woord "experimenteel" is te zwak om weer te geven wat voor geluid (want muziek kun je het eigenlijk niet noemen) je hoort. Probeer je een dronken opera-zanger voor te stellen, die met zijn galmende bariton de teksten van een serie willekeurige wandtegeltjes voordraagt. Daarbij wordt hij dan begeleid door een stelletje muzikanten die volkomen onafhankelijk van elkaar tegelijkertijd allerlei dingetjes uitproberen op hun instrument.
Het album bevat tien songs. Maar ook hier geldt dat "songs" niet het juiste woord is. Concepten als melodie, harmonie, structuur, ontbreken volledig. Het lijkt meer op beeldhouwen met geluid dan op liedjes zingen.
De teksten zijn onbegrijpelijk. Uit de titels kan ik af en toe afleiden waar het over gaat. Zo heeft Jesse betrekking op Elvis, in gesprek met zijn doodgeboren tweelingbroer. En hoor ik in Clara referenties aan terrorisme en Amerika. Maar feitelijk kan ik er geen touw aan vastknopen.
En dat maakt het allemaal zo intrigerend: ik blijf luisteren! Ik wil het begrijpen, zowel de muziek als de teksten.
Ik vind The Drift een buitengewoon interessant album, dat ik nog vaak zal beluisteren. Want het is allemaal zo vreemd, zo ver buiten de bekende paden, dat ik het misschien wel nooit zal snappen. Maar ik blijf het proberen.
UPDATE 20 augustus: Ik ben zo gegrepen door deze muziek dat ik de 5-cd-boxset "Five Easy Pieces" van Scott Walker via Internet heb besteld.
Reacties