Aan de Donau (deel 4)
Bratislava (SK)
Op een afstand van slechts een uurtje rijden van ons hotel ligt Bratislava, de hoofdstad van Slowakije. Vandaag gaan we daar heen. Met een grote boog rijden we zuidelijk om Wenen heen, daarna een stuk snelweg langs de internationale luchthaven van Wenen, dan een flink stuk kaarsrechte provinciale weg naar de Oostenrijks-Slowaakse grens. Voormalig ijzeren gordijn, nu een EU-binnengrens. Waar we overigens nog wel onze paspoorten moeten laten zien; zal wel iets met Schengen te maken hebben.
Bratislava is een indrukwekkende stad. Groot, uitgestrekt, met enorme aantallen hoge woonkazernes in de buitenwijken. De oude binnenstad ligt aan de linkeroever van de rivier (jawel, weer die Donau), en is geheel autovrij. We parkeren de auto op een bewaakte parkeerplaats aan de rand van die binnenstad. We trekken wat Slowaakse kronen uit een geldautomaat en gaan op zoek naar koffie en sigaretten. Maar voor we zover zijn vergapen we ons aan de binnenstad: dit is veel mooier dan Wenen. Authentieker oud, zullen we maar zeggen. Smalle straatjes, met telkens weer onverwachte doorkijkjes op fraaie torentjes, mooi geschilderde gevels. En overal terrasjes, nog meer dan in Haarlem of Amsterdam.
Sigaretten zijn toch gauw gevonden. Een pakje Marlboro kost 80 kronen, omgerekend € 2,70. El koopt gelijk maar drie sloffen. "Da's toch mooi vijftig euro verdiend", zegt ze. 't Is maar hoe je het bekijkt. Koffie is ook niet moeilijk te vinden. Smaakt alleen wel een beetje Oosteuropees, maar dat bechouwen we maar als een kleine bonus.
Overal op straat muzikanten ("Knock, knock, knockin' on heavens door") en oude vrouwtjes die hun zelfgemaakte borduurwerkjes aan de toerist willen verkopen. De stad ziet er piekfijn uit, niks vervallen, niks vergane glorie. De post-communistische economie ziet er op het eerste gezicht succesvol uit.We lunchen langs de straat. En gaan dan langzaam op zoek naar waar we de auto hebben gelaten. Dat valt niet mee, maar uiteindelijk vinden we hem toch nog terug. We geven de parkeerwachter alle kronen die we nog hebben en hij maakt een diepe buiging voor ons wanneer we de parkeerplaats verlaten.
Op de terugweg vertoont Tommie voor het eerst kuren. Hij is in de veronderstelling dat er een snelweg ligt tussen Bratislava en de luchthaven van Wenen. En hij stuurt ons daar steeds telkens weer naartoe. Maar die weg is nog in aanbouw. Tot twee keer toe laat ik me door hem foppen.
In Wenen blijkt het die middag heel hard te hebben geregend, met onweer en al. Maar wij hebben daar niets van meegekregen. Het was weer een snikhete dag.
Reacties