De lepelplanten
We wonen nu tweeëneenhalf jaar in ons huis. Bij de originele inrichting hebben we ons laten leiden door plannetjes van de vriendelijke Paula. Paula was interieuradviseur bij de woninginrichter waar we onze meubeltjes aanschaften, vandaar.
Een centraal element in Paula's plan v1.0 werd gevormd door een tweetal overhangende planten op twee hoge houten zuiltjes. Zo stond het op het ontwerp. Dat plan is geïmplementeerd met twee koningsvarens. Die hebben trouw dienst gedaan tot de komst van Broes the Demolition Cat. Broes' gedrag droeg niet bij aan het welzijn van de planten en het was snel gedaan met de varens. En sindsdien geldt Paula's plan v1.1, waarin de plantenrol wordt vervuld door twee uit de kluiten gewassen lepelplanten. Op zondagen heten ze Spatiphylli. Twee fraaie exemplaren, mooi bloeiend en snel groeiend. Ze groeiden zelfs zo snel dat we ze twee weken geleden in een grotere pot hebben overgezet.
Eén van de twee heeft deze ingreep niet geheel op prijs gesteld. Kijk maar op de foto. De ene staat er florissant bij, maar de andere heeft het loodje gelegd. Plotseling, onbegrijpelijk, heel erg jammer, maar 't is nu eenmaal niet anders. Ik moet nu eerst mentaal afscheid nemen van deze trouwe interieurfleurder. Maar daarna komt de vraag op tafel: hoe implementeren we Paula's plan v1.2? Vind maar eens een tweede lepelplant met vergelijkbare afmetingen als onze nog dienstdoende kamervriend. Of betekent het verscheiden van de één dat de overlevende dan ook maar zijn prominente positie in de huiskamer moet opgeven?
Keuzes, keuzes, keuzes.
Reacties