Voor de overlevenden

Jan Wolkers, dat is Leiden (Kort Amerikaans), Oegstgeest (Terug naar), Rijnsburg en Katwijk (De dominee met de strooien hoed), Amsterdam (Turks Fruit), Rottumerplaat, Texel. Maar ook een beetje Haarlem. Toen ik nog een heel klein Fränzchen was, ergens in de jaren zestig, hoorde ik Wolkers' naam voor het eerst. Dat was in een liedje. Dat liedje ging zo:

Jan Wolkers
Je wordt een grote vent,
je wordt een trage lange jongen
die Tacitus en Wolkers kent
en al zijn dromen netjes heeft verdrongen.

Lennaert Nijgh - Voor de overlevenden (1966)

Ik ben inderdaad een grote vent geworden (1.93 m) en echt snel ben ik na mijn twaalfde nooit meer geweest. Hoe het met mijn dromen zit, tsja, daar zou ik een heel blog over kunnen volschrijven. Tacitus heb ik nooit leren kennen, ik ben immers niet naar het gymnasium gegaan, maar Wolkers natuurlijk wel. Wolkers kennen was in de jaren zestig kennelijk een mijlpaal op weg naar volwassenheid. Goed gezien van Lennaert. En Lennaert Nijgh ís natuurlijk Haarlem.

De tijden zijn veranderd. Vanavond belde dochter Mandy (23) op. Helemaal geschokt. Ze bleek de enige van haar klas te zijn die wist wie Jan Wolkers was; geen van haar medeleerlingen had ooit van hem gehoord! Hoe zit het met het literatuuronderwijs op school tegenwoordig?

Reacties

Populaire posts van deze blog

kersen keren

IJmond e.o.

De mate van rampzaligheid