Ietsje meer, mag dat?
Opvallend bericht in Nieuwsblad Transport vandaag:
De kosten van megaprojecten komen gemiddeld 30 procent hoger uit dan gepland. Dat blijkt uit onderzoek van Bent Flyvbjerg, Deens hoogleraar aan de TU Delft. Bij de HSL-Zuid werden de kosten zelfs met 45 procent overschreden. Volgens de hoogleraar wordt er nogal eens gelogen.
Lees hier het artikel.
Liegen is politiek niet correct. En liegen over geld al helemaal niet. Maar bij grote projecten doen we het kennelijk toch op grote schaal. Hoe kijken we daar vanuit projectmanagement tegenaan? Iedere projectmanager heeft natuurlijk te maken met kosten. Projecten zijn immers investeringen, en de cost gaat nog immer voor de baet uyt. De opdrachtgever voor een project maakt de afweging: hoeveel moet hij investeren? En hoeveel kan hij van die investering terugverdienen? En hoe snel gaat dat? De meest gebruikelijke aanpak om deze analyse te maken maakt gebruik van kasstromen: plan de uitgaven van het project in de tijd, plan de inkomsten voortvloeiende uit het project ook in de tijd, en druk het verschil uit in de netto contante waarde. Op die manier kun je de bijdrage van het project uitdrukken in geld; je kent een financiële waarde toe aan het project. Zodoende kun je als opdrachtgever het ene project goed vergelijken met het andere project. Zodat je kunt kiezen welke projecten wel en welke projecten nog even niet in uitvoering te nemen.
De waarde van die aanpak staat of valt met goede prognoses van zowel de kosten als de baten van elk project. Het probleem dat de professor aanroert gaat over de zijns inziens veelvuldig onderschatte kostenramingen. De recente ervaringen met grote infrastructuurprojecten (HSL, Betuwelijn, A4) geven hem gelijk. De professor vermoedt foul play. Dat is voor mij nog even een stap te ver. Ik denk dat de uitvoerders en aannemers heel goed kunnen plannen. En dat ze heel goed in staat zijn om de kostenraming te doen. Ik denk dat de schoen feitelijk wringt bij de opdrachtgevers zelf. Immers, elke kostenraming vooraf zal zijn gebaseerd op de specificaties van het project vooraf. De opdrachtgever zal duidelijk moeten zijn in wat er allemaal wel en wat er niet in het project moet worden gedaan. Met een mooi Nederlands woord noemen we dat tegenwoordig de scope van het project. Te vaak gebeurt het dat na het moment dat de kosten/baten-analyse voor een investering is gemaakt de eisen aan het resultaat worden veranderd. En dan hebben we het over aanvullende eisen. Eisen vanuit de politiek, eisen vanuit de samenleving. Het maakt eigenlijk niet uit waar ze vandaan komen, maar als de opdrachtgever die aanvullende eisen toestaat in het project, dan zal het project daar duurder van worden. Daar helpt geen lieve moedertje aan. Vooralsnog wijt ik de vele kostenoverschrijdingen in projecten aan het telkens weer oprekken van de scope. En niet aan opzettelijk gemanipuleer van opdrachtnemers.
Reacties