Beiroet 2006

Het is vijftien jaar lang relatief rustig gebleven in Libanon, met name in Beiroet. Syrië hield het land in een ijzeren greep, zowel politiek als militair hielden ze alle touwtjes in handen. En Israel vond dat prima: beide landen hadden er alle belang bij dat het rustig bleef in Libanon. En eigenlijk vond de Libanese bevolking dat ook wel prettig. Al was het wel een beetje jammer dat ze het niet zelf voor het zeggen hadden.

Alleen de in Libanon wonende Palestijnen waren het er niet mee eens: meer en meer voelden ze zich alleen staan in hun strijd tegen Israel, hun strijd voor wat zij noemen de bevrijding van Palestina. Een voedingsbodem voor extremisme. Hezbollah en Amal zijn de organisaties die hen de sociale en militaire structuren bieden. De gematigde Amal verloor meer en meer terrein aan de extreme Hezbollah.

En toen ging het fout: de internationale druk op Syrië om zich terug te trekken uit Libanon nam toe. Lang hielden ze voet bij stuk, maar uiteindelijk werd de druk te groot en trokken ze zich zowel militair als politiek terug: Syrië gaf het land terug aan de Libanezen. En Hezbollah zag zijn kans schoon. Ongehinderd konden ze zich bewapenen. Vanuit het zuiden van Libanon bestookten ze Israelische dorpen en steden.

De Libanese regering is nu verantwoordelijk voor wat er in dat land gebeurt. Zij zijn het die ervoor moeten zorgen dat Hezbollah wordt ontwapend. Zijn zijn het die ervoor moeten zorgen dat de orde wordt hersteld. Zij moeten ervoor zorgen dat de wetten van het land worden gehandhaafd. Maar ze kunnen het niet – Libanon is een machteloos land, een onmogelijk land. Hezbollah laat zich niet de wet voorschrijven door de Libanese machthebbers.

En Israel zou Israel niet zijn wanneer ze in dat geval niet zelf voor de oplossing zouden zorgen. Onder het motto ‘wanneer Libanon het Hezbollah-probleem niet oplost, dan doen wij het wel’. En dat doen ze nu dus.

Een menselijk drama voltrekt zich in Libanon. Een land dat tegen wil en dank betrokken is bij een conflict waar ze niets mee te maken willen hebben, waar ze eigenlijk helemaal buiten staan, en waar geen enkel zicht op wat voor échte oplossing dan ook bestaat.

Reacties

Isis zei…
She dreams of nineteen sixty-nine
Before the soldiers came
The life was cheap on bread and wine
And sharing meant no shame
She is awakened by the screams
Of rockets flying from nearby
And scared she clings onto her dreams
To beat the fear that she might die
And who will have won
When the soldiers have gone
From the lebanon
The lebanon
Before he leaves the camp he stops
He scans the world outside
And where there used to be some shops
Is where the snipers sometimes hide
He left his home the week before
He thought hed be like the police
But now he finds he is at war
Werent we supposed to keep the peace
And who will have won
When the soldiers have gone
From the lebanon?


Broer, ik wist dat je in Beirut was geweest voor het werk. Maar dat je zulke verschrikkingen hebt gezien..
Anoniem zei…
Hee Franz,
Inderdaad in-en-in-triest wat daar gebeurt.
Het lijkt me verschrikkelijk om dit mee te maken als inwoner van een goedwillende stad.
In de Volkskrant van afgelopen zaterdag stond in het katern Intermezzo een emotionele beschouwing over de situatie daar in Libanon. De conclusie was ongeveer gelijkluidend met die van jou. De schrijver is Hassan Daoud, een literatuur-wetenschapper / journalist uit Beiroet.
Er staan mooie foto's bij.
Hij eindigt zijn bijdrage met:

"We zijn in handen van de meest ruwe eigenwijze staten die de mogelijkheid hebben ons te vernietigen. Wie redt ons van hun kwaad en uit onze ellende?"

Probeer de hand erop te leggen; als je er prijs op stelt, wil ik het wel voor je bewaren.

Populaire posts van deze blog

kersen keren

IJmond e.o.

De mate van rampzaligheid