Fantastic Voyage
Ik voel een vreemde, bijna mythische band met grenzen. Grenzen hebben iets magisch, iets ongrijpbaars. En dan bedoel ik niet die harde grenzen, zoals een lijn die een vlak doorkruist of een jaartal dat twee eeuwen scheidt. Nee, ik bedoel van die zachte grenzen, die ontastbare grenzen, die je niet kunt zien, maar waarvan je weet dat ze er zijn, dat ze er moeten zijn.
Een van de meest fascinerende grenzen die ik ken betreft de zogenaamde Noord-Europese waterscheiding. De Noord-Europese wat, hoor ik u denken? De Noord-Europese waterscheiding, de grens tussen het gebied dat “afwatert” naar de Noordzee en het gebied dat afwatert naar de Middellandse Zee. Je begrijpt het al, we hebben het over stroomgebieden van rivieren. De rivieren die daarbij een belangrijke rol spelen zijn de Rijn, de Elbe, de Rhône en natuurlijk de Donau. Wanneer je de atlas erop na zou slaan, dan zie je dat deze rivieren en hun zijrivieren op bepaalde punten heel erg dicht bij elkaar in de buurt komen.
Kijk bijvoorbeeld eens op de kaart van het Zwarte Woud hoe dicht Donau en Rijn langs elkaar stromen. En probeer je eens een voorstelling te maken van die regenbui in Baden-Würtemberg. Het regenwater verzamelt zich op de bladeren van de bomen in het bos, en in de vorm van grote druppels valt het op de grond. En dan komt het erop aan – waar valt de druppel op de grond? Een enkele centimeter meer naar links of naar rechts maakt het verschil: maakt de druppel een fantastische reis via Wenen en Belgrado naar Bulgarije, naar de Zwarte Zee, of wordt het Koblenz, Keulen, Rotterdam? Een onvoorstelbare consequentie.
Grenzen zijn bijzonder.
Reacties
Sneeuwschuiver en hop zo zo lig je op de Rijn kant....
Zie dan maar eens terug te komen naar de Donau kant als sneeuwvlok.
(ik heb vandaag een beetje veel pijnstillers geslikt, daar zal het wel door komen).