Ollekebolleke
Een ollekebolleke is een dichtvorm waarbij de volgende zeer strenge eisen gelden aan het gedicht:
- Het is een puntdicht (de tekst is humoristisch en heeft een pointe).
- Het bestaat uit twee strofen van elk vier versregels.
- Het metrum is de dactylus: drie lettergrepen, waarvan de eerste beklemtoond is (heffing) en de volgende twee onbeklemtoond (daling). Elke regel kent twee dactyli, behalve de regels 4 en 8, waarin de laatste twee onbeklemtoonde lettergrepen wegvallen. Schematisch:
- Olleke - bolleke
- Olleke - bolleke
- Olleke - bolleke
- Olleke - bol
- Olleke - bolleke
- Ollekebolleke
- Olleke - bolleke
- Olleke - bol
- Regel 6 bestaat uit één woord met de hoofdklemtoon op de vierde lettergreep. ('levensverzekering' kan dus niet; 'melkboerenhondehaar' wel.
- Regel 8 rijmt op regel 4 (volrijm).
- Om der wille van een logische zinsbouw mogen in de regels 3 en 4 en in de regels 7 en 8 de lettergrepen soms anders verdeeld worden.
Daarnaast is er nog een aantal regels waar in noodgevallen wel eens van wordt afgeweken:
- Enjambementen komen alleen voor tussen de regels 3 en 4, en tussen de regels van de tweede strofe. Het ollekebolleke bestaat daarmee taalkundig uit vier zinnen: twee van één versregel, een van twee versregels en een van vier versregels.
- Regel 2 bevat het onderwerp van het gedicht — en in het ideale geval niet meer dan dat. Oorspronkelijk was dit bij voorkeur een eigennaam.
- Regel 1 is een aanhef, een kreet of een uitroep, oorspronkelijk een nonsenskreet.
Bron: wikipedia
Het voorbeeld
Onrust in Endegeest
J.M.A. Biesheuvel
Is een rechtvaardige
Actie gestart
Hij wil geen cel maar een
Laboratorium
Net als zijn evenknie
Maarten 't Hart
Drs. P
Reacties