Het interview

Serge Simonart is een Belgisch journalist. Hij schrijft onder meer voor het tijdschrift Humo. Hij is vooral bekend geworden door zijn interviews met wereldberoemde popmuzikanten. Hij interviewde onder meer Lou Reed, Brian Wilson en Michael Stipe. Zijn beste interviews werden gebundeld in het boek Fuck off & andere citaten. (1997). Binnenkort komt een tweede interviewbundel van hem uit: Off the record.

Herman BrusselmansOm u alvast een beetje te laten wennen aan de stijl van Serge, publiceer ik hieronder het interview dat de schrijver Herman Brusselmans in 1997 had met Elvis Presley, geheel in Serge's stijl.

Herman Brusselmans vloog all the way to Memphis...
en sprak er met Elvis Presley

Ik heb, zoals de meesten, altijd geloofd dat Elvis Presley dood is, tot Serge Simonart mij vertelde dat hij nog leeft. 'David,' zei Serge tegen mij, 'Elvis leeft.' Sinds hij David Bowie bij zijn voornaam mag aanspreken is Serge van de weeromstuit iederéén gaan aanspreken met 'David', behalve Prince, die hij 'My little loverboy, can I put my tongue in your arse?' noemt. Enfin, ik geloof Serge altijd op zijn woord en ik zei dus tegen hem: 'Serge, meen je dat nu, dat Elvis nog leeft?' 'Lieg ik ooit?' fronste Serge. 'Daarbij, ik heb Elvis zelf ontmoet én ik had mijn informatie tevoren al uit goeie bron. Dat Elvis leeft was mij namelijk op het hart gedrukt door My little loverboy, can I put my tongue in your arse? en die had het persoonlijk horen zeggen van David.' 'Bowie?' vroeg ik naïef. 'Nee, Michael Jackson,' zei Serge, 'en die kan het weten want die is de grootste Elvis-kenner sinds David.' 'Bruce Springsteen?' gokte ik. 'Nee, Bowie,' zei Serge. 'Ik zag David verleden maand nog en terwijl ik de zolen van zijn schoenen schoonlikte kwam het gesprek op de een of andere manier op Elvis. 'Vroeggestorven mensen kan ik niet uitstaan,' zei ik tegen David maar David zei tegen mij: 'Serge: zei hij, 'mijn lieve lieve Serge, mijn prachtige fantastische ongelooflijke sexy Serge, Elvis is helemaal niet gestorven. Elvis leeft!' 'Maar David,' zei ik, 'ben je wel zeker?' 'Zo zeker als dat jij de geilste journalist bent sinds de kerel die mij geen vragen kon stellen omdat mijn ballen uit zijn mond hingen,' zei David tegen mij, dus dat kon niet missen.' Ik vroeg Serge of hij per ongeluk niet het adres van Elvis had. 'Waarom moet iemand als jij het adres van Elvis hebben?' vroeg hij een beetje vanuit de hoogte. 'Wel Serge,' zei ik, 'ik zou graag eens een boek over Elvis schrijven en als hij dan toch nog leeft kan ik hem misschien opzoeken om wat informatie uit de eerste hand te vergaren.' Serge begon zwijgend zijn nagels goudkleurig te lakken en pas na een tijdje nadenken -waarbij zijn blonde Iokken helemaal in de war raakten, zo hard dacht hij na -zei hij: 'David, je krijgt het adres van Elvis op voorwaarde dat je het geheim houdt want dat heb ik hem beloofd.' 'Oké, Serge,' zei ik en nadat Serge zijn tanden gepolitoerd had met een David Bowie-onderbroek gaf hij mij het adres van Elvis en een aanbevelingsbriefje.

Dank zij Serges aanbeveling raakte ik vlotweg langs de portier voor het gebouw waarin Elvis woont. De Meester Zelve, thans 62 jaren oud, schonk mij in hoogsteigen persoon een kopje thee, nam zelf een glaasje sju en toen begon een gesprek waarvan ik, als amateur-interviewer, alleen maar had kunnen dromen.

-BRUSSELMANS: Elvis, als eerste vraag wilde ik de volgende stellen: op een bepaald moment in je leven begon je te zingen. En wat gebeurde er toen?
ELVIS (lacht): Welja, ik begon dus te zingen en dat verliep zo vlot dat ik er bij lange niet mee ophield als je begrijpt wat ik bedoel. Ik zei tegen de Kolonel: 'Kolonel,' zei ik tegen hem, 'ik denk dat ik ermee doorga.' Dat moest je uitgerekend tegen de Kolonel zeggen. 'EIvis; zei hij tegen mij, want iedereen zei Elvis tegen mij in die tijd, 'Elvis, als je er ooit mee ophoudt schiet ik je hond neer.' Als dreigement kon dat tellen, want ik had toen een kleine teckel waar ik dol op was, die David heette, naar die ouwe blueszanger op wie ik zo gek was, Blind Arsehole David uit Detroit, die ik ooit had zien optreden in the Station, een beroemde club niet ver van het station die nu natuurlijk allang niet meer bestaat maar waar je naar het schijnt tegenwoordig wel een goeie cheesecake kan eten omdat het een kaascakerestaurant geworden is. Maar goed, de Kolonel kon David niet uitstaan. Iedere keer als het beestje hem voor de voeten liep brak hij het een poot. Maar ja, wat kon ik daar aan doen? Ik was pas negentien en de Kolonel was veel ouder moetje rekenen. Bovendien was hij mijn manager en ik spreek nu over de jaren vijftig, toen managers de baas waren, tot en met het bestellen van vet spek als voorgerecht toe. Jongen, het vet spek dat ik in mijn kluutten geslagen heb!
-BRUSSELMANS: In je wàt. Elvis?
ELVIS: Mijn kluutten. Ja, ik spreek de taal van het volk mag je niet vergeten. Ik ben altijd een boerenjongen geweest. Van vader op zoon. Mijn grootvader, Blind Grandpa Aaron, moest een gezin van vierentwintig kinderen proberen te onderhouden met één koe en twee schapen. De predikant, Blind Johnnie the Pimp, zei tegen hem: 'Aaron, zou je het niet beter omgekeerd proberen?' Het woord van de predikant was wet indertijd, en zodoende onderhield mijn grootvader van dan af een gezin van één koe en twee schapen met vierentwintig kinderen. Dus allemaal de fabriek in! Mijn vader, Blind Pa, vond werk in een grote lampenfabriek in het zuiden des lands. Zijn taak was het om als het licht uitviel de kaarsen aan te steken. Daar leerde hij mijn moeder kennen, die tot taak had de kaarsen uit te blazen als het licht weer aanging. Het was liefde op het eerste gezicht, maar niet meteen. Blind Grandpa Aaron ging niet akkoord met de vrijage, omdat de vader van mijn moeder, Mississippi Freddie, de grootste hoerenloper was ten westen van de Potomac. De Potomac bestaat natuurlijk allang niet meer, daar is nu een kaascakerestaurant, maar in die jaren was het westen ervan een ruige streek, dat kan ik je vertellen. (Hij vertelt het.) Freddie kon geen hoer zien of hij stak er zijn toeter in. Pas op, hij keek niet nauw, als het geen hoer was stak hij er evengoed zijn toeter in. Op een keer stak hij zijn toeter in een sleutelgat net toen de deur openging, want de predikant wilde zijn kerk binnen. Enfin, Blind Johnnie the Pimp en Mississippi Freddie zetten het op een vechten dat de stukken in het rond vlogen. Blind Johnnie stak Freddie een mes in zijn lever en Freddie stak zijn toeter in Blind Johnnie zijn reet. Een oud menske dat in de kerk zat te bidden, Oneleg Winnifred, moest heel dat gevecht onder ogen zien en ze viel van alternatie in zwijm en had de dokter; Blind Doc Williams, haar geen mond-op-mond-beademing gegeven, ze was dood geweest. Dat scheelde nu ook niet veel, want tijdens de beademing gaf Doc over en hij had net een bord skunk binnen, waar Oneleg allergisch voor was.
-BRUSSELMANS: Maar toch kwam alles ten slotte in orde. Elvis?
ELVIS: In orde zou ik het direct niet noemen, want mijn vader en mijn moeder verloren allebei hun job vanwege de depressie. Plus, er waren een paar sterfgevallen in de familie: de koe en de twee schapen van Grandpa Aaron overleden schielijk, net zoals negen van zijn kinderen, allemaal aan de krop, behalve de koe, die een verkeerde mossel had gegeten.
-BRUSSELMANS: Was jij toen al geboren. Elvis?
ELVIS: Wat zeg je, Herman?
-BRUSSELMANS: Ik vroeg of je toen al geboren was.
ELVIS (ontroerd): 't Scheelde niet veel. Mijn moeder liep op alle dagen. De vroedvrouw, Cuntfeeler Jennie, voelde aan mijn moeder haar foef en zei: 'Hij is op komst, de smeerlap: Jennie kon mij niet uitstaan, moet je weten. Later heeft ze al mijn platen verbrand maar toen was ze al seniel. Ze verbrandde ook de platen van Al Martino, Frank Sinatra, Blind Arsehole David, Franki Valli, Little Richard, Jerry Lee Lewis en Johnny White.
-BRUSSELMANS: Johnny White? Dé Johnny White?
ELVIS: Nee, een andere, een crooner uit Eugene, Ohio. Enfin, kort na mijn geboorte vond mijn vader eindelijk een job, als truckchauffeur op de lange omvaart. Achttien uur per dag werken en ondertussen de hele tijd met die vrachtwagen rijden, zo'n heel grote Ford Roadbeffer, die je nu niet meer ziet, al hoor ik zeggen dat er nog één in Jackson, Illinois rondtuft als mobiel kaascakerestaurantje. Hoe dan ook, we kregen het iets beter thuis, zeker toen mijn broer doodgeboren werd, zodat mijn moeder kon uitsparen op pisdoeken.
-BRUSSELMANS: Was dat een ouder of een jonger broertje van jou. Elvis?
ELVIS: Hij kwam zo verminkt uit de moederschoot dat de dokter dat niet eens kon zien. Hij mankeerde twee oren, een mond, een borstkas, een linkerbeen, een knie, allebei zijn knoeseis, de helft van zijn tanden, een hoop spieren, een scrotum, ballen en een lul. Dus voor't zelfde geld was 't een zusje geweest. Mijn moeder heeft de dood van dat babietje nooit kunnen verwerken en mijn vader is er door aan de drank geraakt. Of nee, dat was mijn oom, Wacko Bill, die op een keer backingvocals gedaan heeft op één van mijn singles, 'Heartbreak Hotel', met zo'n stuk in z'n kluutten dat de Kolonel tegen de mixer, Mixing Snake, een Sioux-Indiaan uit Shoshone, Alabama zei: 'Snake, mix er Wacko Bill maar weer uit, 't is niet om aan te horen.' Oom Bill heeft de Kolonel daarover nog een proces aan zijn been gelapt, maar hij verloor het omdat zijn advocaat, Two Tongues Bemie, een wiseguy uit Miami, net voor de eerste zitting ontvoerd werd door de bende van Paulie 'the Butcher' Lentini, aan wie Bernie vierenzestig dollar schuldig was in verband met een uit de hand gelopen parkeerboete. Bemie werd later teruggevonden met de kop van een dekstier in zijn hol en zijn eigen kop in het hol van een dekstier, maar wel een andere. The Butcher keek niet op een dekstier meer of minder.
-BRUSSELMANS: Vind je niet, Elvis, net als ik, dat het ontbreken van backingvocals 'Heartbreak Hotel' enigszins te kort doet?
ELVIS (maakt zich voor het eerst tijdens het interview enigszins boos): Natuurlijk vind ik dat! Maar wat kon ik doen?! De Kolonel liep enonn pissig in die dagen. De week tevoren had ik een kaascake besteld in plaats van vet spek als voorgerecht en dat was hij nog niet vergeten. Dus toen hij besliste dat 'Heartbreak Hotel' gerust zonder backingvocals kon, sprak ik hem niet tegen. (Weer kalmer) Plus, het nummer raakte moeiteloos op één, dus waar maakte ik me druk om?
-BRUSSELMANS: Hoeveel nummer-één-hits heb je eigenlijk gehad, Elvis? Want op een bepaald moment ben ik de tel kwijtgeraakt.
ELVIS: Wie kan het je kwalijk nemen, Herman? Ik heb exact achtduizendzeshonderddrieëntachtig nummer-één-hits gehad. De pest is dat ik me nog steeds kan opfretten over de songs die géén nummer één zijn geworden.
-BRUSSELMANS: Dat zijn er toch niet veel, Elvis?
ELVIS: Spijtig genoeg meer dan je zou denken. 'Fire in my heart' en 'Need you, need you, need you' bleven steken op twee, 'Last Tuesday' raakte niet verder dan drie, 'Broken arrows of love', 'Blind Arsehole David is the man' en 'Takin' a nap' haalden zelfs de top vijf niet, en 'Little girl, suck your own pussy whilst snocking my tooter' strandde op zesenzeventig, maar dat komt allicht omdat het een gospelsong was en gospel een enorme down heeft gekend in de jaren zeventig, wat sowieso al een mindere Elvis-periode was.
-BRUSSELMANS: Op een zeker moment werd zelfs gesuggereerd dat je dood was. Wat zeg ik, het werd voor waar aangenomen!
ELVIS (opgewonden): Dat niet alleen! Er werd bijgezegd dat ik gestorven was als een compleet wrak, zo vet als slijk en helemaal aan de drugs! Ik! Die nooit meer heb gewogen dan vierenzeventig kilo en qua drugs ooit per ongeluk eens een flesje neusdruppels onder mijn oksels heb gewreven en daar houdt het bij op! Godverdomme, daar was ik koleertig over, niet te doen.
Ik zal je zeggen wie daar achter zat: Priscilla Presley! Die strooide dat overal rond! Ken je haar? Ze is ooit nog mijn vrouw geweest. Jongen toch, dat was een kutwijf. Ik had het al kunnen weten voor ik met haar trouwde, dommerik dat ik ben. Haar vader, Blind Dad Priscilla, was de grootste klootzak ten oosten van The Big Apple, en let op, dan heb ik het niet over dat kaascakerestaurant in Boston. Nee, dan heb ik het over New York zelf. Blind Dad had daar zogezegd een brocantewinkel, op de hoek van 42nd Street en 5th Avenue. Een brocantewinkel? Mijn reet ja. Een façade voor zijn illegale handel in afgedragen suspensoirs van Mao en lijkwades van Lenin en van dat soort brol. De vuile communist! Godvergodverdomme, tegen communisten kan ik nu eens niet tegen! Als ik een communist zie heb ik zin om dit met hem te doen. (Elvis neemt een walnoot uit de fruitschaal en kraakt die in zijn blote hand) Ik kraak een noot en steek ze in zijn gat! Dàt doe ik met een communist, makker. Jij bent toch geen communist?
-BRUSSELMANS: Integendeel, Elvis! Ik ben lid van de VLD! Ik heb meegelopen met de Witte Mars, vooral omdat 't zo'n schoon weer was! En plus ben ik een enorme fan van Louis Tobback en zoals reeds gezegd ken ik Serge Simonart persoonlijk!
Elvis: Simonart? Heet Serge van z'n achternaam Simonart? Dat wist ik niet. Ik zeg altijd Serge tegen hem. Enfin, wie niet. Maar ik had het over Priscilla, die trouwens volgens Serge stapelzot is op Serge, maar ja, wie niet. Oké, op een dag kom ik thuis van een tournee doorheen The Golden Nugget in Las Vegas, dat moet in '76 geweest zijn, en wie ligt er in bed met vier van mijn bodyguards?
-BRUSSELMANS (gokt): David Bowie?
ELVIS: Nee jongen, Priscilla! Daarom dus dat die vier bodyguards niet mee op tournee waren geweest! Voor ik vertrok zeiden ze alle vier: 'EIvis, wij gaan niet mee op tournee, wij hebben keelpijn.' En ik geloofde dat! Wat een onnozelaar ben ik toch altijd geweest! Keelpijn?! Mijn oor ja! Met mijn wijf in mijn eigen bed! Ik werd zo kwaad dat ik ze alle vier dat jaar geen dertiende maand uitbetaald heb en mijn wijf heb ik een noot gekraakt en ze in haar gat gestoken, met schelp en al! Ik mijn kluutten staan afdraaien in Las Vegas en zij liggen vossen met Tony the Mooch, Sam the Man, Blind Longdick Jim en shit, hoe heette die vierde bodyguard nu ook weer, kan je geloven dat ik z'n naam vergeten ben. Wat dat is met mijn geheugen tegenwoordig, er zijn geen woorden voor. En als er toch woorden voor geweest waren, dan was ik ze zonder twijfel vergeten, zo erg is het. En weetje hoe dat komt? Omdat ik niet meer zing! Sinds ik gestopt ben met zingen kan ik niets meer onthouden, heb ik continu het zuur, kak ik soms in mijn broek zonder voorafgaande waarschuwing en krijg ik alleen nog een stijve als ik m'n toeter in een kaascake steek. Mijn nieuwe dokter, Doc Williams, zegt dat het psychosomatisch is. Of nee, Doc Williams was een dokter van vroeger, fuck, hoe heet mijn nieuwe dokter ook weer?
-BRUSSELMANS: 'k Zou het bij God niet weten, Elvis. Ik ben niet van deze streek.
ELVIS (semi-belangstellend): Nee? Van waar ben je dan?
-BRUSSELMANS: Van Hamme aan de Durme. Tussen Dendermonde en Sint-Niklaas zeg maar.
ELVIS: 't Spijt mij, maar dat zegt me niks. Sinds ik niet meer zing is er nog weinig dat mij interesseert. Je zal je misschien afvragen waarom ik eigenlijk gestopt ben met zingen.
-BRUSSELMANS: Niet echt, maar nu je er zelf over begint.
ELVIS: Welja, op een bepaald moment heb je het allemaal wel gehad weetje. Het succes, de roem, de rijkdom, de wijven, de hele boel eromtrent. Op den duur steekt het tot hier (wijst merkwaardiggenoeg naar zijn linkerelleboog). En toen de Kolonel stierf, had ik er helemaal geen zin meer in. Ik viel in een zwart gat. Doelloos dwaalde ik over de straten, smeet stenen naar katten, kamde mijn haar niet meer volgens de gulden regels van de middenstreep, gebruikte Tide in plaats van Dash en zelfs dat niet, tot ik mij compleet in de war verschool in de bossen en de wouden, waar ik leefde van jacht en visvangst en als ik honger had beet ik nu en dan een neger de kop af want eerlijkgezegd, van negers heb ik nooit moeten weten, lees daar maar eens een paar van mijn biografieën op na. Ik heb ooit 'ns een bassist gehad in mijn orkest die een neger was, althans, hij gaf zich uit voor een neger. Om het te controleren heb ik z'n lul 'ns opgemeten, en ja hoor, 't was wel degelijk een neger, dat kon niet missen. Mocht je z'n lul afgekapt hebben, er treden aan vastgemaakt hebben en ze tegen de muur hebben gezet, dan kon je ergens inbreken via het zolderraam. Tjonge, wat een lul. Die neger zelf ook, trouwens. En als muzikant zo veel waard als die kerel die z'n ballen plette tussen twee kokosnoten, z'n gegil opnam op een bandje en het instuurde voor de preselectie van de Soundmixshow, onder de vermelding Eerste aria uit de Toverfluit van Wolfgang Amadeus Mozart. Live gezongen. Ik bedoel, ik heb een hoop slechte bassisten versleten in mijn orkesten, maar die neger, Grandfarter B heette hij, was de rottigste bassist die ooit zijn vingers over vier snaren heeft laten glijden op de wijze van een rat zonder poten die op haar buik een met punaises bezaaide roetsjbaan afrauscht. De mensen zeggen altijd dat negers gevoel voor ritme hebben, wel, ik zal je dit zeggen: Grandfarter B had zo veel gevoel voor ritme als de drummer die ooit bij mij kwam solliciteren, ondanks zijn haak bij wijze van linkerhand en de derde fase waarin zijn ziekte van Alzheimer was aanbeland. Ook een neger trouwens, die drummer. Later heeft hij werk gevonden tijdens playbackoptredens van The Village People. Nee Herman jongen, negers en communisten, daar krijg ik het vliegend schijt van. En junkies. En mensen die gilamonsters afslachten met geen enkele andere reden dan het afkappen van het topje van de staart van het diertje, om het aan een touwtje aan de achteruitkijkspiegel in hun auto te hangen. En Priscilla Presley. Enjoumalisten die schrijven dat ik gestorven ben in 1977, zo high als Trump Tower en zo dik als Barbara Bush. Godverdomme, mocht in het wild rondschieten legaal zijn, ik had me allang een revolver gekocht.
-BRUSSELMANS: Het verhaal ging dat je dat effectief geregeld dééd. Elvis. dat wild in het rond schieten.
ELVIS: Ach, allemaal leugens. De leugens die over mij verteld zijn! Meer dan over Charles Manson, OJ. Simpson en Blind Dakota Quistenbible samen!
-BRUSSELMANS: Blind Dakota Ouistenbibie? Wie is dat. Elvis?
ELVIS: Een Mormoonse jongen die beweerde dat hij Jezus was en die door niemand geloofd werd! Behalve door mij! Oké, er waren een paar verschillen tussen de Jezus zoals we die uit de bijbel kennen en Blind Dakota, maar wat stelden die verschillen helemaal voor? Niks toch! Alleen al hun manier van over het water lopen. Geen hond die het verschil kon zien. Nog een kopje thee?
-BRUSSELMANS: Nog eentje dan, Elvis.
ELVIS (een kopje thee schenkend en voor zichzelf een tweede glaasje sju): Enfin, ten slotte ben ik vanuit de bossen opnieuw de bewoonde wereld ingestapt, maar nu geheel incognito. Als ze dan toch inde kranten schreven dat ik dood was, dan kon ik mij er evengoed naar gedragen. Eerst heb ik een tijd downtown gewoond, vervolgens uptown, dan een week of zes in een flatje boven een kaascakewinkel in New Orleans, tot ik hier verzeild raakte. Wat vind je trouwens van mijn loft?
-BRUSSELMANS: Heel gezellig, Elvis. Maar à propos, is er nog niemand die je herkend heeft?
ELVIS: Nog niemand, ik zweer het je. En dat komt allemaal door mijn zonnebril. Wacht, ik laatje hem even zien. (Hij grauwt in het sjakoske dat naast zijn fauteuil staat en haalt er een zonnebril uit) Hier zie, iedere keer als ik buiten kom zet ik 'mop en geen hond die me herkent. (Hij zet de bril op) Zou jij mij herkennen?
-BRUSSELMANS: Eerlijk gezegd niet nee.
ELVIS: Ik droeg hem eergisteren terwijl ik belde met Serge en die herkende niet eens mijn stem. Hij noemde mij zelfs David! De beste zonnebril die je je kan voorstellen. Ik heb hem ooit overgekocht, in 64 was dat, van de kleine broer van Stevie Wonder, Blind Little Wonder. Dus nee, niemand herkent mij. (Hij zet de zonnebril weer af en steekt 'm in zijn sjakoske.) Plus, ik kom niet veel buiten. Nu en dan boodschapjes doen, als 't nodig is naar de wasserette of in The Cheesecake Factory hier achter de hoek een kaascakeje gaan eten, en op een keer, in april van dit jaar, ben ik naar Graceland geweest, om te zien of ik nog succes had. Niet dat het mij een reet kan verdommen, maar een mens wil op de hoogte blijven. Ik geloofde mijn ogen niet, jongen. Met duizenden waren ze bezig mijn graf te bezoeken, ik zweer het. En de meesten van hen stonden te bleiten! Twintig jaar was ik volgens hen dood en nog was een hoop van die idioten tranen voor mij aan het schreien! Ik dacht in mezelf: ga naar huis en treur om de dingen die belangrijk zijn in het leven, losers, in plaats van hier op dat achterlijk stuk grond te staan tsjiepen bij het graf van een vette junk die nooit een eigen nummer heeft geschreven en zich in meer slechte films heeft belachelijk gemaakt dan Frank Sinatra, Fred Astaire, Clint Eastwood en fucking Burt Lancaster samen. Echt, ik stond te trillen op mijn benen van de woede toen ik zag dat al die nitwits mijn graf in het sop zetten en op de koop toe daarna mijn huis binnen gingen om te zien naast welke wc's ik had gescheten, van welke Harley Davidsons ik was gedonderd en welke biljartballen ik naar de koppen van m'n bodyguards had gekeild. De mensen zijn zot, Herman, zo zot als een achterdeur...
-BRUSSELMANS: Dat is een feit dat juist is, Elvis. En het betert er niet op. Je mag blij zijn dat je hier zo eenzaam en alleen woont.
ELVIS: Vaneigens dat ik blij ben... Maar nu word ik een beetje moe. Ik ben al dat gepraat niet meer gewoon. Voor je weg gaat moet je mij twee dingen beloven.
-BRUSSELMANS: Shoot Elvis.
ELVIS: Of nee, drie. Ten eerste, dat je dit interview nooit publiceert. Ten tweede, dat je nooit van je leven Graceland bezoekt, dat je nooit van je leven een plaat van mij koopt en dat je nooit van je leven nog een seconde aan mij denkt. En ten derde, dat je niét de groeten doet aan Serge. Zeg maar dat hij mijn kluutten kan kussen.
-BRUSSELMANS: Ik beloof het, Elvis.

We drukten elkaar de hand en ik verliet het gebouw. Ik was van plan om mijn tweede en mijn derde belofte te houden, maar niet mijn eerste. Als ik poen kon scheppen op de rug van Elvis zou ik het niet laten. Wat kan mij tenslotte Elvis Presley schelen? Of die twintig jaar dood is of nog dertig jaar leeft, I couldn't care less.

In Zaventem zette ik de zonnebril op die ik ongemerkt van Elvis Presley had gejat. Toch werd ik herkend. Honderden mensen drongen zich aan me op en riepen: 'David! David! Een handtekening! Een handtekening!' lk liet mijn ego achter om hen van dienst te zijn en zelf ging ik, geheel met rust gelaten en fijntjes glimlachend, per taxi naar huis.

Bron : HUMO - 12 augustus 1997

Reacties

Anoniem zei…
Een prachtig verhaal Franz.
Toevallig zag ik kort geleden nog een interview met die Brusselmans (bij Pauw en Witteman of bij De Wereld Draait Door?)
Die kan inderdaad een hoeveelheid zottigheid bij elkaar verzinnen zonder weerga.
Wie weet worden al die David Bowie's net zo onsterfelijk als Elvis.

Populaire posts van deze blog

kersen keren

IJmond e.o.

De mate van rampzaligheid