De St. Elisabethsvloed

1421

Een van de meest ingrijpende stormrampen uit de Late Middeleeuwen staat bekend onder de naam St. Elisabethsvloed. Deze vond plaats in de nacht van 18 op 19 november van het jaar 1421. Het was de feestdag van de Heilige Elisabeth van Thuringen. De Grote of Zuid-Hollandse Waard, een welvarend gebied van ruim 45.000 hectaren tussen Dordrecht, Woudrichem, Heusden en Geertruidenberg werd toen door de vloed verzwolgen. De Biesbosch met zijn kreken en killen ontstond.

Het einde van de veertiende en het eerste kwart van de vijftiende eeuw werd gekenmerkt door een toename van het aantal stormvloeden. Bijvoorbeeld in 1404 was er al eerder een grote overstroming geweest die samenviel met het feest van St. Elisabeth. Dit onheil viel echter in het niet bij de grote ramp van 1421.

[IMAGE]

Geertruidenberg en Dordrecht waren in die tijd steden van belang die met elkaar wedijverden om de macht. De toenmalige onderlinge twisten tussen de Hoeksen en Kabeljauwen gingen niet aan beide steden voorbij. Beide steden raakten door deze twisten verwikkeld in een verbitterde strijd met elkaar. De jarenlange politieke strijd om de macht in Holland leidde ertoe dat niemand nog oog had voor afdoende dijkonderhoud en controle op de waterhuishouding. Daarnaast zorgde de veel voorkomende buitendijkse turfwinning voor een gevaarlijke situatie met betrekking tot de afkalving van de dijken om de Zuid-Hollandse Waard.

De natuur presenteerde de rekening. Bij Broek, in de omgeving van Moerdijk, werd in die novembernacht de waterdruk op de verzwakte dijk dermate groot dat de dijk brak. Door een groot gat stroomde het water met grote snelheid de lager gelegen Waard binnen. Broek en een aantal in de buurt liggende dorpen werden totaal verwoest. Tegen alle verwachtingen in kwam de hulpverlening spoedig op gang. Korte tijd later sloeg het noodlot opnieuw toe. Terwijl men nog volop bezig was de doorgebroken dijk bij Broek te herstellen, bezweek de dijk tussen Werkendam en Sleewijk. De hoge waterstand buiten de Waard en een krachtige wind waren er de oorzaak van dat de polder totaal onderliep.

Volgens sommige bronnen werden meer dan 64 dorpen overspoeld. Meer dan 10.000 mensen zouden het leven hebben verloren. Later werden 38 dorpen teruggewonnen op het water. Een dertigtal dorpen was voorgoed verloren en verdween daarmee van de kaart. De gevolgen voor steden Dordrecht en Geertruidenberg waren desastreus. Beide steden hebben nooit meer de belangwekkende rol kunnen spelen die ze innamen voor de vloed plaatsvond. Ironisch genoeg trad de natuur hier als scherprechter op. Het plaatste de Biesbosch, toen een enorme binnenzee, als waterbarriere tussen de elkaar bestrijdende steden in.

[IMAGE]

De St. Elisabethsvloed heeft ook dorpen in Brabant geteisterd. Het ergst getroffen werden de dorpen in het Land van Heusden en Altena. Ten zuiden daarvan leden Waspik en Sprang-Capelle veel schade. Al direct na de vloed werd door Graaf Jan van Beieren, graaf van Holland pogingen in het werk gesteld het verloren gegane land opnieuw in te dijken. Voor de inwonenden uit het graafschap die hieraan niet wilden bijdragen in de vorm van arbeid, geld of goederen dreigden sancties. Hun eigendommen zouden worden ontnomen. Hielp dit niet dan kon ook de doodstraf volgen.

De door de graaf ingestelde dwangmiddelen werkten echter slechts met mate. De koppigheid om de noodzaak van indijking van de Biesbosch, die in open verbinding met de Noordzee stond, niet te willen inzien kwam vooral naar voren bij inwoners van de dorpen 's Gravenmoer en Sprang-Capelle. In het vooruitzicht gestelde hoge geldbeloningen om aan de indijking mee te willen werken haalden ook al niets uit. Het wassende water kreeg hierdoor geruimere tijd, langer dan strikt noodzakelijk was, vrij spel. Bestaande dijken verdwenen en vruchtbare grond werd weggespoeld. De Grote of Zuid-Hollandse Waard vervaagde langzaam tot niets.

Reacties

Populaire posts van deze blog

kersen keren

IJmond e.o.

De mate van rampzaligheid