Lilo, Stitch en De Leeuw
Liz ligt lekker te slapen. Ik hoor haar een beetje ronken. Bzzz. Bzzz. Heerlijk rustgevend. Ik zit wat te internetten aan tafel, Liz ligt op de bank.
Ineens hoor ik haar snikken, heel zachtjes. Ik ga naast haar op de bank zitten en maak haar helemaal wakker. De tranen biggelen over haar wangen. "Wat is er aan de hand?", vraag ik. Ze kan nauwelijks praten. "Ik ben zo bang. Van Lilo en Stitch", snikt ze. Hier gaat bij mij het licht uit. Lilo en Stitch? Ik ga snel de opties af. Klasgenootjes die zo heten? Lijkt me onwaarschijnlijk. Huisdieren van de buren? Zou kunnen, maar daar zou ik dan toch wel van gehoord hebben. Tekenfilm? Dat kon hem wel eens zijn. Ik probeer het maar. "Van de televisie?", vraag ik. "Ja, die! Die deden een experiment". Dat laatste woord komt er zeer zorgvuldig uit, daar heeft ze op geoefend. "En toen hadden ze een machine, en die maakte allemaal eten, en toen konden ze niet meer stoppen, en toen ontplofte hij helemaal!" De tranen zijn nu niet meer te stoppen. "En nu moet ik daar steeds aan denken. Ik kan niet stoppen met daaraan te denken. En dan ben ik bang.". Tsja, hoe kun je niet aan iets denken? Dat is niet eenvoudig. "Denk eens niet aan een leeuw", vraag ik haar. Daarmee bereik ik een schokeffect. Het is opeens stil. "Dat gaat niet", klinkt het bijna wanhopig. Ik blijf aandringen: "niet aan die leeuw denken, niet doen". Even later slaapt ze weer.
Reacties