Het koninklijk paleis
In juni 2003 trouwden Don en Suus. De huwelijksvoltrekking was in de oude gravenzaal van het stadhuis van Haarlem, aan de Grote Markt. Dat was toen de eerste keer dat ik daar was. Ik weet nog hoe we bij de parkeergarage aan de Raaks, die toen nog fier overeind stond, aan een toevallige voorbijganger de weg moesten vragen naar het stadhuis.
In vier jaar tijd is er veel veranderd.
Voor mijn werk deed ik een adviesopdracht voor de Gemeente Haarlem. In het kader daarvan had ik enkele bijeenkomsten op datzelfde stadhuis.
In 2005 verhuisden El en ik van Alphen aan den Rijn naar Haarlem.
En in het kader van wat geschiedenisvorsing lees ik veel over de Middeleeuwen, waarbij ik de laatste tijd ben gegrepen door de verhalen over de graven van Holland.
Als Venn-diagrammen grijpen deze drie thema's in elkaar. Familie, werk en geschiedenis. Waarbij de deelverzameling bestaat uit dat stadhuis. Of, zoals sommige Haarlemmers dat noemen, het Koninklijk Paleis. Want dat is het natuurlijk. Meer koninklijk dan het Paleis op de Dam in Amsterdam (want daar heeft nooit een koning gewoond).
Haarlem verkreeg in 1245 stadsrechten van de toenmalige Graaf van Holland, Willem II. De betrokken partijen, het stadsbestuur en de graaf, ondertekenden de akte betreffende de stadsrechten in de gravenzaal van de stad. En diezelfde Willem II, eigenaar en bewoner van het pand, zou een paar jaar later worden gekozen tot Roomskoning, toekomstig keizer van het Heilige Roomse Rijk. Een waar "koninklijk paleis" dus. Bijna keizerlijk.
Reacties