Het Kindvall-syndroom
De groundsman van 't Melkhuisje
Van 1976 tot 1994 werd het Dutch Open tenniskampioenschap jaarlijks gespeeld in Hilversum. Op de gravelbanen van 't Melkhuisje. Een mooie naam, waar grote kampioenen als Jarryd, Muster, Mečíř, Nováček en Costa triomfen vierden. Het toernooi is enkele keren verhuisd; tegenwoordig spelen ze in Amersfoort.
Maar de banen van 't Melkhuisje zijn er nog. Ze liggen er prachtig bij. En de groundsman is daarvoor verantwoordelijk. We zien hem hierboven op de foto. Deze man is niet zomaar iemand: we zien hier iemand wiens naam vijfendertig jaar geleden op eenieders lippen lag. Sindsdien zijn we hem vergeten, zelfs geen "o ja" bij het horen van die naam: Matthias Maiwald.
Aan het einde van het voetbalseizoen 1970/71 vertrekt Ove Kindvall bij Feyenoord. Hij gaat terug naar Zweden. Maar de Rotterdammers denken zijn opvolger al binnen de gelederen te hebben: de tweeëntwintigjarige Matthias Maiwald is in het nieuwe seizoen de aanvalsleider. Op de elftalfoto van het seizoen 71/72 zien we hem prominent op de eerste rij, vierde van links, tussen Wim Jansen en de legendarische Coen Moulijn.
Het ging niet helemaal zoals men hoopte; Matthias bleek geen Ove. Hij speelde dat seizoen 21 wedstrijden en scoorde welgeteld twee doelpunten.
Aan het einde van het seizoen mocht hij naar een andere club uitzien. Die stonden niet voor hem in de rij. Toen de elftalfoto voor het nieuwe seizoen werd gemaakt, was hij nog steeds in Rotterdam. Maar zijn status op dat moment was duidelijk: dit keer moest hij genoegen nemen met een plaatsje op de achterste rij, tussen Dick Schneider en Rinus Bosgieter.
Toch zou Matthias de start van het seizoen niet meer bij Feyenoord meemaken. Hij kreeg een contract bij het Belgische St. Truiden. Waar hij één seizoen zou blijven (drie keer meegedaan, één doelpunt). Daarna kwam hij terug naar Nederland. Hij speelde met gering succes nog bij de Go Ahead Eagles, Vitesse en de SC Amersfoort. In 1978 eindigde zijn profcarrière. Hij heeft in totaal 206 competitiewedstrijden gespeeld, waarin hij zestien maal wist te scoren. Niet echt indrukwekkend voor een spits.
Matthias is het eerste slachtoffer van wat in Rotterdam (en verre omstreken) het Kindvall-syndroom is gaan heten: een schier eindeloze rij jonge spelers, veelbelovend, die de hooggespannen verwachtingen van het legioen niet kunnen waarmaken. Na Matthias volgden Hans Posthumus, Lex Schoenmaker, Attila Ladinsky. En nog vele anderen. Zoals Mike Obiku en David Connolly. Tot aan Danko Lazovic en Angelos Charisteas. Hoe exotischer hun namen, hoe zwaarder de last van het syndroom, lijkt het wel. Ze konden de druk niet aan, ze konden niet tegen het kritische publiek in de Kuip, ze werden besprongen door het Kindvall-syndroom. Waaraan bijvoorbeeld fijntjes wordt gerefereerd in de film All Stars: ,,Jongen, jij was zo goed, jij had spits bij Feyenoord kenne wezen'' - ,,Ja, coach, wie niet''.
Matthias is na zijn profloopbaan in Amersfoort gebleven. Daar woont hij nu nog. Hij slijt zijn dagen op het gravel van de Hilversumse tennisbanen. Een eervolle baan, daar geen misverstand over. Maar toch, hoe anders had het kunnen lopen.
Reacties
Me vader en ik zijn natuurlijk aanwezig op het feest van de eeuw op 6 september!
Peter Bake