Schakende vrouwen

Zhaoqin Peng heeft zich voor de achtste keer op rij en voor de negende maal in totaal verzekerd van de Nederlandse schaaktitel. De 39-jarige schaakster uit Rotterdam won woensdag in de achtste en voorlaatste ronde met zwart van Martine Middelveld en is in Hilversum met 7,5 punten niet meer te achterhalen door de concurrentie. Bij de mannen is het nog niet beslist. Met nog één ronde te gaan staan Stellwagen en Tiviakov samen bovenaan.

Wat ik me afvraag is waarom mannen en vrouwen apart om het Nederlands kampioenschap spelen. Waarom niet één toernooi, waarin zowel mannen als vrouwen strijden om de échte Nederlandse titel?

Ik vermoed dat het een beetje de schuld is van Donner. Niet van onze minister Piet Hein Donner, maar van diens oom Jan Hein (1927-1988). Jan Hein Donner was lange tijd de beste Nederlandse schaker, in de tijd na Max Eeuwe en voor Jan Timman. Jan Hein was niet alleen schaakgrootmeester, hij schreef ook columns. Doorgaans goed voor een controversieel standpunt, met vaak onbegrepen humor over het voetlicht gebracht. Eén van zijn meest bekende bijdragen aan het publieke debat stamt uit 1968. In het blad Avenue schreef hij: "Hoe pijnlijk het ook is, wij mogen niet schromen de waarheid onder ogen te zien: Vrouwen kunnen niet schaken.” De vrouwenwereld was te klein! Dolle Mina's vielen bij bosjes over hem heen. In een ingezonden brief reageerde er één: “U discrimineert. U bedoelt eigenlijk te zeggen dat negers niet kunnen schaken”. Waarop Jan Hein Donner in een naschrift antwoordde: “Nee, mevrouw, u begrijpt mij niet goed. Negerinnen kunnen niet schaken.”